Wat heeft nog een jaar corona betekend voor UWV en hoe is de Cliëntenraad Gelderland Midden & Zuid daarmee omgegaan? Hoe kijkt zij naar de toekomst? Dat bespreekt Nicolet Mensink als lid van de Centrale Cliëntenraad met voorzitter van GMZ Boukje Nauta.
De twee treffen elkaar digitaal via Teams MS, maar hebben eerder al een ontmoeting in het echt gehad. Boukje is sinds september 2021 voorzitter van de Cliëntenraad Gelderland Midden & Zuid, maar maakte in korte tijd al een grote verandering mee: ‘Toen ik begon, waren we met een kleine groep van drie mensen. Bij de eerste vergadering vertrok meteen al iemand vanwege een andere baan. Je begint met volle moed, maar weet eigenlijk niet waar je aan begint.’ Er zijn inmiddels weer meerdere mensen aangesloten, waardoor de raad aardig op sterkte begint te komen. ‘We zijn nu met z’n achten. Iedereen is enthousiast en heeft energie om met cliënten contact zoeken.’
Ook corona heeft vertragingen gelegd op veel ontwikkelingen. Dit was ook bij Gelderland Midden & Zuid merkbaar. Boukje: ‘Je wilt heel veel, maar kunt heel weinig.’ Nicolet voegt daaraan toe: ‘Ja, dan heb je het bijvoorbeeld over het contact met cliënten en vanuit daar komen tot verbetervoorstellen aan districtsmanagers.’ Boukje knikt. Toch heeft dit volgens haar ook wat opgeleverd: ‘Door het virus en de maatregelen die werden opgelegd, is er meer ruimte gekomen om na te denken en zijn we bewuster geworden van onze mogelijkheden binnen de beperkingen’, aldus Boukje.
Boukje Nauta
De raad heeft de afgelopen maanden tijd en aandacht gestoken in het beter leren kennen van hun eigen leden en UWV als organisatie. Boukje: ‘Door elkaar vaker online op te zoeken, zijn we begonnen bij de basis. Wie zijn wij als raad? En hoe kunnen we elkaar beter leren kennen?’ Maar ook: ‘Als we in contact komen met cliënten, wat vinden we daarin dan belangrijk? Wat willen we weten en welke vragen gaan we stellen? Ook de wensen van UWV nemen we hierin mee. Daar wilden we eerst over nadenken en een beeld van vormen.’
Boukje en Nicolet spraken elkaar zo’n drie weken geleden. Nicolet: ‘Toen ging het ook over dit jaarverslag, de veranderingen en waar Gelderland Midden Zuid nu voor staat. Over dit proces is een stukje geschreven. Kun je daar meer over vertellen?’
Boukje: ‘Het gaat over de weg naar meer openheid en transparantie. Als je niet helder hebt waar de behoefte van de cliënt ligt, kun je daar ook niet op inspelen. Maar aan de andere kant: als je als raad niet zichtbaar bent en communiceert waar je voor staat en in de toekomst naartoe wilt, weten mensen je ook niet te vinden. Het één hangt samen met het ander. Als raad zijn we met name bezig om helder te krijgen wat onze plek is en hoe we daar handen en voeten aan kunnen geven, zodat we zowel de cliënten als UWV van dienst kunnen zijn en een brug kunnen vormen.’
De raad heeft bijna wekelijks contact met elkaar. Boukje: ‘Daardoor begrijpen we elkaars situatie beter en weten we waar iedereen voor staat en belangrijk vindt in hun werk. Het is een mooie mix van oudgedienden met ervaring en nieuwelingen.’ Ook wordt er in gezamenlijk overleg scholing gepland en wordt er weer invulling gegeven aan de bestaande werkgroepen.
'Contact herstellen met cliënten en zichtbaar zijn als raad'
Nicolet: ‘Je hebt de laatste vier maanden van 2021 meegemaakt. Hoe kijk je daarop terug?’
Boukje: ‘Wat ik als voorzitter ervaren heb, is dat het meerwaarde heeft om ook voorzitters van andere raden te spreken. Dat heb ik nu twee keer meegemaakt. De gedrevenheid die ik heb gevoeld, heeft mij veel inspiratie gegeven voor mijn eigen raad en om problemen aan te pakken.’
Nicolet: ‘Als je naar jullie raad kijkt, wat zou je voor het komende jaar in de schijnwerpers willen zetten?’ Boukje: ‘Het contact herstellen met de cliënten en zichtbaar zijn als raad.’ Nicolet: ‘Wat heb je daarvoor nodig?’ Boukje: ‘Het is belangrijk dat we ons goed voorbereiden op vragen die we cliënten kunnen stellen en daarover in contact blijven met de districtsmanagers en UWV. Onze adviseur cliëntenparticipatie ondersteunt ons daarbij.’
Nicolet: ‘Wat zou je nog meer aan het licht willen brengen?’ Boukje: ‘Wat ik nog heb opgeschreven, is: Hoe beter je voor jezelf zorgt, hoe beter je daardoor ook voor anderen zorg kunt dragen. Daarom moeten we naar elkaars mogelijkheden en grenzen blijven omkijken.’ Nicolet: ‘Ja, wij zijn soms zelf ook kwetsbare mensen. Dat merken we in alle raden en is belangrijk om ook bij de opbouwfase aandacht voor te hebben.’
Ten slotte zegt Boukje: ‘ Wat ik onze raden gun, is flexibiliteit. Door de maatregelen die zijn opgelegd, zijn we daar afgelopen jaren toe gedwongen. Maar ik hoop dat we die kunnen doorzetten voor de groep mensen die kwetsbaar is. De situatie is er voor hen niet op vooruit gegaan. Dus ik hoop dat we daar begrip voor kunnen houden en het inlevingsvermogen en compassie ten opzichte van die groep – waar we het uiteindelijk voor doen - niet verliezen.’
Nicolet vult daarop aan: ‘Daar duim ik ook voor, dat maatwerk een plaats blijft houden binnen UWV.’