Cliëntenraad Rijnmond heeft net als de andere raden veel veranderingen moeten doorvoeren in 2021. De uitdaging was om tijdens de pandemie ervoor te zorgen dat de raad het interne contact behoudt. 2021 was een jaar waarin de veranderingen, die in 2020 geïntroduceerd werden, werden doorgezet en verfijnd. Ad Plandsoen ging met Floris van Ravesteijn in gesprek over een aantal van deze veranderingen en over hoe Floris aankijkt tegen het nieuwe jaar.
Floris is al 6 jaar werkzaam als algemeen lid van de Cliëntenraad Rijnmond. Hij heeft een Wajong-uitkering en raakte destijds via de vacaturebank bekend met de raad. Naar zijn zeggen leek het hem wel ‘leuk werk’ om te doen. Als Ad aan Floris vraagt hoe hij terugkijkt op het afgelopen jaar, dan is het eerste wat hem opvalt dat alle vergaderingen in zijn raad twee jaar lang online zijn gehouden. Wegens de coronamaatregelen moest iedereen op afstand blijven en werd er alleen via MS-Teams vergaderd. Het is echter gebleken dat deze manier van vergaderen niet ideaal is. Enkele raadsleden zijn zelfs gestopt, omdat zij vonden dat zij op deze wijze hun werk niet goed konden doen.
Floris van Ravesteijn, Rijnmond
‘Ik mis het onderlinge contact. Vóór de coronasituatie was de meerderheid van de raadsleden aanwezig. Na afloop gingen we altijd samen lunchen en maakten een praatje met elkaar.’
‘De meeste raadsleden zijn in 2021 wel wat meer vertrouwd geraakt met het online vergaderen,’ meent Floris. Dit komt grotendeels omdat iedereen al sinds 2020 heeft moeten wennen aan deze veranderingen en in de loop van tijd zijn de meeste de raadsleden hier toch vaardiger mee geworden. ‘We hebben de afgelopen twee jaar moeten leren hoe het werkt om online te vergaderen en ongetwijfeld zullen we daar in de toekomst baat bij hebben,’ stelt Floris. Deze digivaardigheden komen vast weer van pas als er weer een situatie komt waarbij we moeten omschakelen naar vergaderen op afstand.
Online vergaderen via beeldbellen is misschien beste alternatief dat er tot nu toe is. Maar Floris meent dat vergaderingen veel productiever zijn als mensen op dezelfde locatie aanwezig zijn en elkaar fysiek kunnen zien. ‘Het onderlinge contact is dan persoonlijker en informeler,’ meent Floris. ‘De afstand tussen mensen maakt mensen ook afstandelijker tegenover elkaar.’ Ad is het hierover met Floris eens en constateert dat hij dit soort dingen ook in zijn eigen raad heeft meegemaakt. Waarschijnlijk mogen de raadsleden in 2022 weer bij elkaar komen en dat zal volgens hem uiteraard een verbetering zijn. Floris ziet het wel zitten om weer terug te gaan naar de “oude vertrouwde” situatie van vóór de coronamaatregelen.
Floris benoemt verder dat ‘het opnieuw opstarten en uit de maatregelen komen’ volgens hem het belangrijkst is voor het komende jaar. Het is niet alleen belangrijk voor het contact binnen de raad zelf, maar ook voor het contact met de cliënten . Wat de cliënten betreft is Floris allang blij dat de banenmarkten en de WIA-dagen, na twee jaar stil te hebben gelegen, weer mogen in 2022. Er was het afgelopen jaar (en het jaar daarvoor) te weinig contact met de achterban en het is goed dat mensen weer persoonlijk contact mogen hebben.
Verder benoemt Floris nog een verandering op het gebied van cliëntenparticipatie: ‘We zijn bij de raad begonnen met weekstarts bij het WERKbedrijf om de cliëntenraad te promoten.’ Ad merkt hier weer op dat dit ook werd gedaan in andere raden. Dit sluit ook aan op de wens van Floris dat alles weer persoonlijker moet worden: ‘Mensen moeten elkaar weer zien en de raad moet het contact met de cliënten weer versterken.’ Floris merkt dat iedereen verlangt naar de oude manier van werken en hoopt dat er in de toekomst niet weer zo’n crisis komt. Ad stemt hartelijk toe met deze wens en is zelf ook optimistisch over 2022.