Het afgelopen jaar was de Cliëntenraad Noord nog steeds genoodzaakt om, vanwege de coronacrisis, mensen op afstand te houden. Dit had zowel invloed op het contact binnen de raad als het contact met de cliënten. Toch was er dit jaar ook een positieve aanwinst in de vorm van het Talentperron, dat mogelijk ook landelijk een positief hulpmiddel kan zijn voor werkzoekenden. Over deze twee onderwerpen sprak Else te Brake met Tjalling van der Zee, raadslid en lid van de commissie Uitkeren en WERKbedrijf.
‘Ik was aangenaam verrast over de opzet van het Talentperron,’ opent Tjalling. Het Talentperron Groningen, officieel geopend in mei 2021, is een pilot vanuit UWV met als doel om werkzoekenden meer informatie te geven over hun eigen willen en kunnen. Tjalling kwam voor het eerst in contact met het Talentperron naar aanleiding van een cliëntenraadsvergadering op locatie. De bedoeling was om na afloop van de vergadering als groep het Talentperron te bezoeken, maar Tjalling was die dag veel te vroeg aanwezig en nam er vóór de vergadering al even een kijkje. Een aanwezige medewerker was bereid om hem een rondleiding te geven.
Tjalling van der Zee, Noord
De opzet van het Talentperron is dat het bezoekers eerst over een grote provinciekaart van Groningen op de vloer loodst. Hierop kunnen ze aanwijzen wat hun woonplaats is. Vervolgens leidt de route ze naar een groot bord waarop de bezoekers belangrijke levensgebeurtenissen kunnen aangeven met behulp van magneetjes. Tjalling noemt hierbij voorbeelden uit zijn eigen leven: ‘School, trouwen, kinderen, werk, mijn voetbalcarrière.’ De bedoeling bij dit bord is bezoekers aan te sporen om met elkaar in gesprek te gaan over deze levenservaringen. ‘Door het met elkaar te delen, krijg je meer inzicht in je eigen levenssituatie en begrip voor de situatie van anderen.’ De volgende stap in de route is een bord met allerlei competenties en mogelijke functies die hierbij passen. Hierbij worden mensen aangemoedigd aan zichzelf vragen te stellen als: ‘over welke talenten beschik ik?; wat zijn mijn vaardigheden?; welke functies passen daarbij?’
‘Stel, er komt iemand op het Talentperron die misschien niet zo digivaardig is, dan moeten er wel middelen zijn zodat hij of zij ook hier gebruik van kan maken.’
Door het scannen van de bijbehorende QR-codes met hun smartphone krijgen bezoekers toegang tot informatie over de verschillende sectoren en hoe het werk “in het echt” in zijn gang gaat. Verder staan er ook computers zodat ze websites kunnen raadplegen voor verdere informatie. Tjalling raadt het zeer aan om dit initiatief landelijk uit te rollen. ‘Het Talentperron is bijzonder geschikt voor mensen die zich breed willen oriënteren op een passende functie.’ Hij geeft wel aan dat de informatie nog moeilijk toegankelijk is voor mensen zonder smartphone. ‘Het Talentperron is nog niet ingesteld op digibeten.’ Dat is dan ook het enige verbeterpunt aan het Talentperron, zo meent Tjalling: ‘Voor de rest vind ik het een goede verandering, die werkzoekenden kan helpen hun kansen om werk te vinden te vergroten.’
‘Zijn er nog veranderingen die je graag zou willen zien?’ vraagt Else. Tjalling meent dat er inhoudelijk wat hem betreft niet veel hoeft te veranderen binnen Cliëntenraad Noord. Dit wil echter niet zeggen dat hij tevreden is over hoe de cliëntenparticipatie nu is. ‘De huidige manier waarop de vergaderingen plaatsvinden, laat te wensen over,’ meent Tjalling. De raad heeft slechts twee keer op locatie vergaderd. ‘De overige vergaderingen zijn online, via MS-Teams, en dat heeft grote invloed op de onderlinge interactie. Sommige collega’s heb ik nog nooit in het echt gezien. Er is daardoor veel minder betrokkenheid. Dat heeft tot gevolg dat sommige leden soms niet meer komen opdagen en hebben we in de raad te kampen met sterk verminderde participatie.’ Online mist volgens Tjalling toch bepaalde non-verbale communicatie. De meningen over thuiswerken zijn onderling wel verdeeld. ‘Het zal wel een generatieverschil zijn dat de oudere raadsleden er wat meer moeite mee hebben en de jongere leden toch de voorkeur geven aan thuiswerken.’
‘Bij de online vergaderingen mis ik het dat we, zoals voorheen, elkaar van dichtbij kunnen zien, met elkaar kunnen praten en een kop koffie met elkaar drinken.’
De digitalisering is een uitdaging voor zowel onze raad als voor UWV zelf. ‘Er is namelijk een toename aan klachten die via de site binnenkomen.’ Tjalling meent dat dit komt doordat er nog genoeg mensen zijn die liever contact willen in levenden lijve. Het maakte 2021 daarmee geen makkelijk jaar om dit werk als raadslid te doen. Mocht online vergaderen staande praktijk blijven, dan heeft Tjalling nog een verzoek aan UWV: ‘Stel goede laptops beschikbaar met een microfoon en webcam van goede kwaliteit.’ Dat is essentieel om verstaanbaar en zichtbaar te zijn. Al hoopt Tjalling bovenal dat er vanaf nu vooral weer fysieke vergaderingen gaan plaatsvinden. ‘Dan zie ik 2022 vol goede moed tegemoet.’