De cliëntenraad Overijssel & Gelderland Noord leerde in 2020 hoe belangrijk het is om je werkzaamheden door te laten gaan, zelfs als corona het je moeilijk maakt. Zo wist de raad ondanks de beperkingen van videobellen en vergaderen op afstand, toch een hoop te bereiken. Lid van het redactieoverleg Ans van der Sanden is benieuwd: hoe heeft de raad dat aangepakt? Ze vraagt het aan raadslid Jeanny Jonk en voorzitter Jan Taco Bosma.
Jeanny: ‘Het was een raar jaar. Alles is wat afstandelijker geworden. Normaal spreek je iemand even bij het koffiezetapparaat, dat is nu weg. Maar ik heb wel geleerd dat er veel meer kan dan je eigenlijk dacht.’
Jan Taco: ‘We hebben geleerd hoe belangrijk het is om je werkzaamheden door te zetten en toch signalen op te blijven pikken. We moeten niet bij de pakken neer gaan zitten. De landelijke commissie hervorming raadszetels is bijvoorbeeld stil komen te liggen afgelopen jaar, dat vond ik frustrerend. Maar als districtsraad Overijssel & Gelderland Noord hebben we gelukkig wel werk kunnen verzetten. De betrokkenheid van UWV speelt daarbij ook een rol.’
Jeanny: ‘Een paar jaar geleden adviseerden we aan UWV om mensen die op keuring komen voor te lichten over wat hen te wachten staat. UWV Apeldoorn pakte dat goed op en zorgde dat er voorlichting kwam, te beginnen in Enschede en Zwolle. Cliënten én UWV-medewerkers vonden dat prettig, maar door corona kon dat niet meer doorgaan. Nu hebben we gezegd dat we willen dat die informatie online via beeldbellen gegeven wordt. Apeldoorn wil hier weer voor zorgen. Binnenkort doen we met de cliëntenraad een oefensessie, om te kijken of de informatie klopt en of het goed loopt. Dat vind ik heel positief en daar ben ik trots op.’
Jan Taco: ‘Ik ben blij dat we zijn doorgegaan met vergaderen. We hebben ook regelmatig mensen van UWV uitgenodigd. De kartrekker van de Expeditie vanuit Apeldoorn is twee keer online bij ons geweest. De Expeditie is een pilotproject waarbij de cliënt maar bij één loket langs hoeft. Achter de schermen werken de medewerkers van de verschillende divisies samen op dezelfde werkvloer, zodat het proces voor de cliënt veel soepeler verloopt. Ook op bestuurdersniveau heeft UWV daar nu steeds meer interesse in.’
Jeanny: ‘In de Expeditie zitten alle afdelingen bij elkaar. Dus stel dat een cliënt die in de WW zit zich ziekmeldt, dan kan de UWV-medewerker zo even bij de ander langslopen. Doordat de schotten wegzijn, zijn de lijntjes heel kort. Die kleinschaligheid geeft mensen het gevoel dat ze gehoord worden.’
Jan Taco: ‘Het contact met cliënten was lastig. Voorheen gingen we bijvoorbeeld naar banenbeurzen of WIA-bijeenkomsten. Dat ligt nu allemaal stil. Sommige raadsleden participeren in telefonische spreekuren met cliënten en krijgen zo signalen binnen.’
Jeanny: ‘Zeker nu is het belangrijk dat de cliëntenraden zichtbaarder worden, zowel binnen als buiten UWV. Veel medewerkers en cliënten weten nog altijd niet dat er een cliëntenraad is. Dat maakt het ook lastig om nieuwe mensen te werven voor de raad.’
‘Veel medewerkers en cliënten weten nog altijd niet dat er een cliëntenraad is’
Jan Taco: ‘Onlangs sprak ik iemand die lid wilde worden van de cliëntenraad. Ik vroeg hoe hij ons had gevonden. Hij had de website van UWV bekeken en kwam per toeval de cliëntenraad tegen. Informatie over de cliëntenraden is op de website van UWV moeilijk te vinden. Er moet meer aandacht voor komen, zodat ook mensen buiten UWV weten dat wij bestaan.’
Jeanny: ‘We moeten ons meer richten op jongeren, het voor hen aantrekkelijker maken om raadslid te worden. Sommige mensen kunnen niet naar de raadsvergadering komen, omdat ze daar een taxibusje voor nodig hebben. Dat faciliteert UWV niet: het is te duur. Daardoor haken mensen ook af. Het zou mooi zijn als die faciliteiten beschikbaar zijn voor mensen die het nodig hebben.’
Jan Taco: ‘Naar verwachting vallen er als gevolg van corona veel ontslagen. Daarvoor wordt een regionale aanpak opgezet, waarbij UWV samenwerkt met gemeenten, vakbonden en werkgevers. In het westen van het land draait daar nu een pilot voor. Maar het werkt nog niet goed genoeg. Dat is volgens mij een belangrijk onderwerp voor álle districtsraden om mee aan de slag te gaan.’