In de beleving van George van de Poel, voorzitter van de cliëntenraad West-Brabant en Zeeland, worden mensen raadslid omdat ze contact willen met cliënten én met UWV. Maar ontmoeting was ook de uitdaging van 2020 voor alle cliëntenraden, inclusief West-Brabant en Zeeland. Want elkaar fysiek zien zat er vorig jaar door corona niet in. Wat betekende dit voor de raadsvergaderingen en de samenstelling van de raad? Hierover ging Theo Wilms, lid van het redactieoverleg en de cliëntenraad Limburg, online met George in gesprek.
George: ‘We hebben ons allemaal gerealiseerd hoe belangrijk fysiek contact is, en wat een armoede het is wanneer dat weg is. Zowel contact met cliënten als met de raadsleden onderling: ontmoeting is het wezenlijke van ons werk. Daarom worden mensen - in mijn beleving - raadslid. Juist die belangrijke factor missen we nu en dat is lastig.’
‘Ja, digitaal is dat toch anders dan wanneer je elkaar fysiek ziet. En omdat we nu geen contact meer met cliënten hebben, horen we niet waar zij tegenaan lopen bij UWV. Dus waar ga je het in de vergaderingen over hebben?’
‘Het doel van vergaderen is nu om de club bij elkaar te houden’
‘Precies, die informatie hebben we nu niet en dat maakt het moeilijk om bij de raadsvergaderingen een inhoudelijke agenda te maken. Wel zijn er cliënten die ons online benaderen. Al gebeurt dat niet zo vaak, omdat de cliëntenraad lastig vindbaar is op de website van UWV. Hierdoor kunnen cliënten moeilijk contact met ons opnemen. Natuurlijk zijn er raadsleden die meer signalen opvangen omdat ze naast de raad ook ander werk doen. Die input brengen ze dan tijdens de vergaderingen naar voren.’
‘Veel ging over de raad zelf. Hoe je dingen organiseert bijvoorbeeld en wie welke rol daarbij heeft. Laatst hadden we het over de onkostenvergoeding en hoe je dat bij de Belastingdienst moet opgeven. Maar enkel daarvoor zit je niet in de raad. Je vertegenwoordigt cliënten. Als daar zaken omheen spelen, kijken we of we daar iets mee kunnen en moeten doen. Ik denk eerlijk gezegd dat het doel van vergaderen nu is om de club bij elkaar te houden totdat we weer kunnen functioneren.’
‘Gelukkig zijn wij niemand kwijtgeraakt. We hebben er zelfs een nieuw lid bij. Nadat de boel in maart platging, ben ik alle raadsleden gaan bellen om te vragen hoe het ging, en polste ik wat de raadsleden ervan vonden om online af te spreken. Want een jaar wachten met vergaderen zag ik niet zitten. Daarnaast vind ik het ook mijn taak als voorzitter om de boel bij elkaar te houden. De eerste online vergaderingen waren vooral gezellig, daarna hielp UWV ons om meer structuur in de vergaderingen aan te brengen.’
‘Voor ons als raad is het interessant om te kijken hoe UWV de Tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging voor Werkgelegenheid (NOW) richting ondernemers uitvoert. Maar dat is eigenlijk niet iets wat bij onze cliëntenraad ligt. Wij, de regionale raden, kijken naar wat we van cliënten horen over hoe zij het contact met UWV ervaren. Nu het contact tussen ons en de cliënten stilligt, weet ik niet hoe dat dit jaar gaat zijn.’
‘Mooi Theo! Dat is zeker een goed idee, misschien kunnen wij daar ook wel wat mee.’
‘Eerlijk gezegd zal ik blij zijn wanneer het jaar voorbij is. Ik heb de lichte verwachting dat alles in 2022 wat meer normaal wordt.’