Samenwerken tussen cliëntenraden en UWV

‘UWV kan in de toekomst meer gebruikmaken van de decentrale raden’

Mirjam Zoomer is voorzitter van de cliëntenraad Utrecht & Flevoland. ‘Er zitten op dit moment drie andere leden in mijn raad. Dit ledentekort speelt niet alleen binnen onze cliëntenraad. In de toekomst met minder leden werken, is niet de oplossing’, aldus Mirjam. ‘Wat je wel kunt doen is het werk tussen de Centrale Cliëntenraad en decentrale cliëntenraden beter verdelen. Dat kan anders en beter.’

Het afgelopen jaar was uitdagend voor cliëntenraad Utrecht & Flevoland. ‘Ik heb echt geprobeerd om het kleine aantal leden dat nog over is te motiveren voor het raadswerk’, vertelt Mirjam. Maar dat is niet makkelijk. De manier waarop cliëntenparticipatie op dit moment is ingericht vraagt decentrale cliëntenraden om alleen met onderwerpen bezig te zijn die binnen hun eigen regio spelen. Dat klinkt logisch, maar dat levert niet altijd het beste resultaat op. ‘Die verdeling tussen centraal en decentraal kan veel meer worden losgelaten.’

Centraal versus decentraal

Op dit moment is cliëntenparticipatie grotendeels ingericht in aparte regio’s. Er is een Centrale Cliëntenraad en er zijn elf decentrale cliëntenraden die de belangen van hun respectievelijke arbeidsregio vertegenwoordigen. ‘Het is goed om binnen deze regio’s te werken. Dan blijven de lijntjes met de regionale UWV-managers korter. Een sterk regionaal netwerk helpt raadsleden om hun werk beter te doen.’

‘Het is lastiger voor decentrale raden om onderwerpen, zorgen en signalen op te halen bij UWV-klanten binnen hun eigen regio’

Maar UWV is bezig om steeds centraler te werken. Daarbij buigt de Centrale Cliëntenraad zich over onderwerpen die landelijk spelen. De andere raden halen onderwerpen op die leven binnen hun eigen regio. Wat speelt er onder de UWV-cliënten binnen de respectievelijke arbeidsmarktregio? ‘Deze verdeling doet tekort aan raadsleden. Ik merk dat veel decentrale raadsleden geïnteresseerd zijn in landelijke onderwerpen, maar hier vaak niet mee aan de slag kunnen binnen het huidige systeem.’ En dat is jammer, volgens Mirjam. ‘Want ik denk dat landelijke onderwerpen beter kunnen worden opgepakt als decentrale raden er ook over mee kunnen denken.’

Een opdrogende stroom

Daarnaast wordt het voor decentrale raden steeds lastiger om onderwerpen te vinden die binnen hun eigen regio spelen. Digitalisering en de coronapandemie hebben er onder andere voor gezorgd dat steeds minder UWV-klanten fysiek naar de werkpleinen komen. ‘En als klanten komen voor een afspraak, zitten ze vaak niet te wachten om in gesprek te gaan met een raadslid’, vertelt Mirjam. Dit zorgt ervoor dat de voeding van onderaf steeds meer opdroogt; het wordt steeds lastiger voor decentrale raden om onderwerpen, zorgen en signalen op te halen bij UWV-klanten binnen hun eigen regio. ‘Dat heeft gevolgen voor de motivatie van veel raadsleden’, vervolgt Mirjam. ‘UWV kan zich simpelweg de luxe niet permitteren om de scheidslijn in onderwerpkeuze zo scherp neer te zetten.’

‘Er moet in de toekomst een sterkere kruisbestuiving in onderwerpen plaatsvinden tussen de Centrale Cliëntenraad en de decentrale raden’

De toekomst van cliëntenparticipatie

Volgens Mirjam kan hier in de toekomst anders mee worden omgegaan. Zij pleit voor meer flexibiliteit in wat decentrale raden wel en niet kunnen oppakken. ‘Laat raadsleden eerst uitzoeken of een landelijk signalement ook in hun eigen regio speelt of laat hen zelf deze connectie vinden. Zet decentrale raden in om over landelijk onderwerpen mee te denken. Vraag hen om input op te halen vanuit hun eigen regio en kijk hoe je de verschillende perspectieven kunt gebruiken om het landelijke probleem of onderwerp aan te pakken. Dat zorgt voor een rijker en breder perspectief, dat ten goede komt aan de kwaliteit van het raadswerk.’

‘Uiteindelijk draait het erom dat we zoveel mogelijk mensen kunnen helpen’

Volgens Mirjam moet er daarom in de toekomst een sterkere kruisbestuiving in onderwerpen plaatsvinden tussen de Centrale Cliëntenraad en de decentrale raden. ‘Ook een decentrale raad is een cliëntenraad van heel UWV en niet alleen van de regio zelf. De Centrale Cliëntenraad kan hier in de toekomst een actieve rol in spelen en decentrale raden continue betrekken bij onderwerpen waar zij mee bezig zijn. Bijvoorbeeld met de pilot beeldbellen. Hier hadden decentrale raden veel eerder bij betrokken kunnen worden. Ieder raadslid heeft hier namelijk mee te maken.’

Minder formeel

Naast een starheid in onderwerpkeuze, kan UWV volgens Mirjam in de toekomst wat buigzamer zijn in de formele inrichting van cliëntenparticipatie. ‘We moeten meebewegen met de samenleving en de ontwikkelingen die zich hierin afspelen.’ Er is momenteel een flinke krapte op de arbeidsmarkt en dit resulteert indirect in een tekort aan raadsleden. ‘Er zijn gewoon minder werklozen op het moment. Dan moeten we ook flexibel zijn in de formele procedures.’

Zo heeft het volgens Mirjam geen zin om vast te houden aan de commissie-structuur als er niet genoeg raadsleden zijn om deze commissies te vullen. ‘We moeten er dan voor kunnen kiezen om de formele structuren te laten varen. Uiteindelijk draait het erom dat we zoveel mogelijk mensen kunnen helpen. Dat moet altijd het uitgangspunt blijven, zonder dat formele procedures daarbij in de weg zitten. Cliëntenparticipatie moet in de toekomst deze flexibiliteit faciliteren.’

Terug naar Home pagina

Nederland Clientenraad UWV Nederland Mirjam Zoomer (Utrecht & Flevoland)