Samenwerken tussen cliëntenraden
‘Je merkt dat er ontzettend veel energie zit in deze groep’
Dat de samenwerking en communicatie tussen de raden onderling beter kan, daar zijn veel cliëntenraadsleden het over eens. Toch zijn er ook voorbeelden te noemen waar het wel goed gaat. Bijvoorbeeld bij de werkgroepen en dan in het bijzonder de minimawerkgroep die in 2022 mooie stappen heeft gezet. Wat is het geheim van deze goede samenwerking? Aan het woord zijn Roos Pouwels van cliëntenraad Noord-Holland Noord en Carina van de Sande van cliëntenraad Limburg, die in deze werkgroep zitten.
Uit ervaring of interesse UWV adviseren over een bepaald onderwerp. Dat is de kern waar het bij werkgroepen om draait. Ieder cliëntenraadslid kan zich voor een werkgroep opgeven, en in de loop der jaren zijn al de nodige werkgroepen ontstaan. Voor de Centrale Cliëntenraad zijn de werkgroepen een manier om de samenwerking tussen de Centrale Cliëntenraad en de decentrale raden te verbeteren en om zo beleid en praktijk op een specifiek onderwerp bij elkaar te trekken.
De minimawerkgroep is inmiddels al een aantal jaren in volle gang. In 2019 richtte Ronald de Groot, lid van de Centrale Cliëntenraad, samen met andere leden van de cliëntenraad Limburg de werkgroep op. Het doel: UWV advies geven hoe de organisatie mensen met een minimum inkomen of lager beter kan ondersteunen. Roos: ‘Wat mooi is aan de minimawerkgroep is dat de input uit verschillende raden komt, maar we wel tot gezamenlijke adviezen komen.’
Neuzen staan dezelfde kant op
Dat leven op of onder het bestaansminimum je leven tekent, weten Roos en Carina als geen ander. Roos: ‘Ik heb zelf een aantal jaren op het minimum geleefd. Je bent alleen maar bezig met overleven. Dat is zo stressvol en zwaar. Dus toen ik hoorde over de minimawerkgroep, dacht ik: “hier wil ik aan meewerken.” Hier ligt zo mijn hart.’
‘Wat mooi is aan de minimawerkgroep is dat de input uit verschillende raden komt, maar we wel tot gezamenlijke adviezen komen’
Roos en Carina zijn niet de enigen met deze ervaring. Ook veel andere leden uit de werkgroep hebben een tijdlang op of rond het bestaansminimum moeten leven, of kennen mensen die in deze situatie zitten. Carina: ‘Die ervaring zorgt ervoor dat de neuzen dezelfde kant op staan en er ontzettend veel energie zit in deze groep. Iedereen wil er zijn schouders onder zetten.’
Constructief en in kleine stapjes
Die ervaring en energie maakt volgens Carina ook dat de groep er niet met een gestrekt been ingaat. Carina: ‘We denken juist constructief en in kleine stapjes.’ Een voorbeeld? Roos: ‘Cliënten met een lage uitkering kunnen van UWV een toeslag ontvangen, zodat ze niet in de bijstand terechtkomen. Deze toeslag kan worden toegekend onder bepaalde voorwaarden en brengt de uitkering tot een sociaal minimum. Maar veel mensen weten niet dat ze gebruik kunnen maken van zo’n toeslag. UWV kan hen hierover informeren in de brief die gaat over de toekenning van de uitkering. Bijvoorbeeld door een alinea toe te voegen: ‘mogelijk komt u in aanmerking voor een toeslag’. Achter die alinea kun je een link plakken naar de website van UWV waar staat uitgelegd wat mensen moeten doen om een toekenning te krijgen.’ Carina: ‘Een simpele oplossing, waarbij het gaat om een stukje extra service vanuit UWV richting de mensen.’
‘We denken juist constructief en in kleine stapjes’
Preventief
Een ander aspect waar de minimawerkgroep zich hard voor maakt: preventie. Want mensen met een laag inkomen lopen sneller kans om in de schulden terecht te komen. Roos: ‘Voorkomen dat dat gebeurt, is zo belangrijk. Ook daar kan UWV op inspelen door nieuwe werknemers in de opleiding Vakmanschap te trainen op vroegsignalering.’ Dit is een manier om mensen in financiële problemen eerder in beeld te brengen en door te verwijzen naar de juiste instanties.
Samenwerking met UWV
Maar leiden deze adviezen ook daadwerkelijk tot verandering? Roos: ‘Laatst hoorde ik het verhaal van iemand die een uitkering kreeg en ook recht had op een toeslag. Die toeslag heeft UWV toen automatisch toegekend. Hopelijk heeft de minimawerkgroep hieraan bijgedragen.’
‘Je ziet en hoort dat UWV onze input en gedachten heel erg waardeert, waardoor ik echt het gevoel heb dat UWV ons serieus neemt’
Carina: ‘Het is de vraag of al onze adviezen uiteindelijk allemaal te implementeren zijn, maar aan UWV merk je wel dat ze naar ons luisteren. Het is niet meer dat betonnen huis, zoals vroeger.’ Roos: ‘We worden regelmatig uitgenodigd door trekkers van stuurgroepen van UWV om actief mee te praten en te denken. Bijvoorbeeld laatst met de stuurgroep Grip op Schulden. Dan zie en hoor je dat UWV onze input en gedachten heel erg waardeert, waardoor ik echt het gevoel heb dat UWV ons serieus neemt.’
Samenwerking raden onderling
En dan nog even terug naar de samenwerking tussen de raden. Kan er een voorbeeld genomen worden aan de manier waarop er binnen de minimawerkgroep samengewerkt wordt? Roos: ‘Bij de raden zie je dat de wil tot samenwerken er is. Alleen is nog niet helemaal duidelijk in welke vorm die samenwerking gegoten moet worden. Veel raden weten bijvoorbeeld niet van elkaar waar ze mee bezig zijn, ondanks dat er een website is.’ Carina: ‘Terwijl informatie-uitwisseling zo belangrijk is, want op die manier voorkom je als raad dat je het wiel steeds opnieuw moet uitvinden. Roos: ‘Zo hadden wij vanuit mijn raad een ongevraagd advies gegeven over ervaringsdeskundigheid. Maar toen kwamen we erachter dat de Centrale Cliëntenraad al een werkgroep ervaringsdeskundigheid heeft opgericht (eveneens door Roland de Groot).’ Roos vervolgt: ‘Het zou daarom helpen als er een overzicht komt van alle werkgroepen die er momenteel zijn, want niet alle raden zijn daarvan op de hoogte. Dan weet je als raadslid wat er al is en waar je je op kunt inschrijven.’