Samenwerken tussen cliëntenraden
Cliëntenparticipatie nieuwe stijl: noordelijke raden bundelen krachten
Het afgelopen jaar hebben de raden Gelderland Midden en Zuid (GMZ) en Overijssel en Gelderland Noord (OGN) middels een pilot de krachten gebundeld om de dienstverlening van UWV te verbeteren. Cliëntenparticipatie nieuwe stijl. Hoe kwam de samenwerking tussen deze twee raden tot stand? Welke voordelen heeft het om met andere raden op te trekken en wat levert het op? Ad Plandsoen, lid van de redactieraad sprak met Theo Aaldering van GMZ, Gerrit Jan Boute van OGN en Jochem Atema van Noord, de raad die er dit jaar ook bij wordt betrokken. ‘Op deze manier kun je samenwerken op specifieke thema’s en toch een eigen raad blijven.’
Een verkennend kopje koffie bracht beide raden vorig jaar op het idee om hete hangijzers samen op te gaan pakken. ‘Een beetje uit nood’, vertelt Theo Aaldering van cliëntenraad Gelderland Midden en Zuid (GMZ), want met drie raadsleden kreeg de raad het raadswerk maar lastig rond. ‘Dan moet je keuzes gaan maken: wat pakken we op en wat laten we liggen?’ Nu kunnen Overijssel en Gelderland Noord (OGN) en Gelderland Midden en Zuid (GMZ) gezamenlijk thema’s en onderwerpen oppakken.
Elkaar versterken
Ad vraagt zich af hoe de raden in de praktijk dan precies samenwerken. ‘We hebben eerst gekeken of er overlap zat in de onderwerpen waar we mee bezig waren en of we elkaar hierbij konden versterken. Daarna hebben we de commissies samengevoegd en een eerlijke werkverdeling gemaakt.’ Elke commissie bestaat uit twee of meer raadsleden: een van OGN en een van GMZ. Als trekker sluit Gerrit Jan eens per twee maanden aan bij de commissies om te kijken waar de knelpunten zitten. ‘En ik kijk welke onderwerpen ik bij Klant & Service bespreekbaar moet maken.’
Cliëntenparticipatie nieuwe stijl
Deze manier van samenwerken sluit aan bij de cliëntenparticipatie nieuwe stijl, zoals OGN het in hun strategisch beleidsplan 2021-2025 noemt. Want, zoals Gerrit Jan zegt: ‘De huidige vorm van cliëntenparticipatie is niet meer van deze tijd.’ Het moet anders, vindt ook Theo: ‘Het doel van de cliëntenraad is om de dienstverlening van UWV te evalueren en verbetervoorstellen te doen. Maar we spreken nog maar weinig cliënten - zeker in coronatijd - en het wordt steeds lastiger om raadsleden te vinden. Past de huidige manier van cliëntenparticipatie dan nog wel bij deze tijd?’
Op sleeptouw
Door de krachten te bundelen kunnen de raden op grotere schaal werken, komen meer onderwerpen aan bod en staat de dienstverlening van UWV meer centraal. Gerrit Jan en Theo zijn dan ook blij met de samenwerking. Die is ‘goed en verfrissend’, vindt Theo. ‘Je hoort de verhalen, ervaringen en expertises van andere collega’s. Dat verrijkt ons beeld over de dienstverlening van UWV en de zorg van de cliënt.’
‘De huidige cliëntenparticipatie is niet meer van deze tijd. Het moet anders’
Daarbij kan OGN de relatief jonge raad van GMZ wegwijs maken in ‘de regels van UWV’. Gerrit Jan: ‘GMZ kent nog niet alle ingangen bij UWV die wij wel weten te vinden. Op deze manier proberen we elkaar te versterken zodat we kunnen doen wat we moeten doen.’
Cliëntenraad Noord betrekken
Dit jaar betrekken de raden ook de voorzitter en secretaris van cliëntenraad Noord bij deze samenwerking. Jochem: ‘Zo kunnen we kijken hoe de raden elkaar kunnen versterken, zodat de noordelijke raden er als geheel sterker uit komen.’ Ad is geïnteresseerd. ‘Op deze manier kun je samenwerken op specifieke thema’s en toch een eigen raad blijven, ondanks dat je misschien onderbezet bent.’
‘Beide raden moeten de wil hebben om dit samen te gaan doen’
Wat is er nodig om een samenwerking als deze te laten slagen? Gerrit Jan: ‘Het belangrijkste: beide raden moeten de wil hebben om dit samen te gaan doen.’ Daarbij moeten de partijen vertrouwen hebben in elkaars kunnen en elkaar respecteren. ‘Iedereen heeft andere kwaliteiten. Komt iemand niet goed mee? Reik hem de hand en vraag wat hij nodig heeft om wel goed mee te doen.’ Jochem: ‘Daarbij komt dat samenwerken pas zin heeft als de raden goed gevuld zijn’, vult Jochem aan. ‘Want voor een goede samenwerking heb je drie gelijkwaardige partijen nodig.’
Valkuilen
Tegelijkertijd zijn er ook valkuilen die een goede samenwerking in de weg kunnen zitten. Zo kan niet goed luisteren naar elkaars behoeften voor wrijving zorgen, waardoor een raad kan afhaken. ‘Luisteren moet je leren. Dat is niet moeilijk. Organiseer hiervoor bijvoorbeeld een themamiddag of andere scholingsfaciliteiten om dit te stimuleren.’
Raadswerk ontschotten
Ook wordt samenwerken lastig als iedereen ‘op zijn eigen eilandje blijft’. Daarom willen de noordelijke raden zich gaan richten op het “ontschotten” van het raadswerk, en dan met name de commissies. Dit doen de raden op basis van gezamenlijke thema’s. Ook de Centrale Cliëntenraad (CC) krijgt hier een rol bij. Want, zo vertelt Gerrit Jan: ‘Die zijn allemaal ergens anders mee bezig, terwijl de onderwerpen elkaar wel raken.’ Al weten de commissies dit niet altijd van elkaar. Hij vindt dan ook dat een transparante vergadercultuur nodig is om als cliëntenraad echt stappen te blijven zetten. ‘Bijvoorbeeld: stel dat er bij de commissie Sociaal Medische Zaken (SMZ) iets is besproken met de manager dat nog onder embargo is. Benoem dit embargo dan ook.’
Resultaten
Tot slot is Ad benieuwd of het beleidsplan en de samenwerking al resultaten hebben opgeleverd. ‘Nog niet’, antwoordt Gerrit Jan. ‘In augustus gaan we evalueren en delen we meer over wat we al bereikt hebben.’ Met die resultaten wil hij bij de andere raden langsgaan. Om het verhaal van de noordelijke raden te vertellen en zo de samenwerking ‘te pitchen’. Tegelijkertijd ontstaan er al nieuwe samenwerkingen. Zo gaan de raden van Noord-Holland Noord en Groot-Amsterdam het komende jaar onderzoeken op welke punten ze kunnen samenwerken en elkaar ondersteunen.
Want dat de cliëntenraden samen meer voor elkaar krijgen, daar zijn Gerrit Jan, Jochem en Theo van overtuigd. Ze roepen andere raden dan ook op om eens bij hen te komen snuffelen. Jochem: ‘Kom eens kijken naar wat wij nou precies met zijn drieën doen. Tegelijkertijd kunnen wij kijken wat jullie doen, en hoe we elkaar daarin kunnen versterken.’