Frens Lemeer is voorzitter van de centrale cliëntenraad. Als voorzitter houdt hij zich bezig met de meest uiteenlopende onderwerpen. Maar er waren het afgelopen jaar twee zaken die Frens na aan het hart gingen. Else te Brake zit in het redactieoverleg en bevraagt Frens over zijn rol in de centrale cliëntenraad en de zaken die hem in 2019 het meest hebben beziggehouden.
Frens: ‘Ik zat eerst in de cliëntenraad Limburg. Ontzettend interessant, maar het werk in deze raad paste toch niet helemaal bij mij. Sinds anderhalf jaar zetel ik in de centrale cliëntenraad.’ Frens’ deskundigheid en interesse zit meer in de grote lijnen en beleid, dan in de uitvoering en het cliëntcontact. Vandaar dat hij helemaal op zijn plek zit in de centrale cliëntenraad. ‘Ik vind het wel belangrijk om nog te benadrukken dat het werk in de centrale cliëntenraad niet meer of beter is dan het werk van de districtsraden. Ik zie het echt als een andere tak van sport. We hebben elkaar nodig en vullen elkaar aan.’
'We hadden graag gezien dat UWV meer elementen uit deze toets aan ons had voorgelegd'
Het afgelopen jaar heeft de centrale cliëntenraad zich volgens Frens veel minder bezig kunnen houden met de veranderingen rondom de RIV-toets dan zij had gewild. Bij de RIV-toets kijkt UWV of de werkgever en werknemer zich voldoende hebben ingespannen voor de re-integratie van de werknemer. In een wetsvoorstel, dat volgens planning zomer 2020 naar de Tweede Kamer gaat, wordt het plan uit de doeken gedaan om het oordeel van de bedrijfsarts leidend te maken in de beoordeling van de re-integratie-inspanningen.
Op dit moment is het zo dat het oordeel van de UWV verzekeringsarts leidend is en dat had de centrale cliëntenraad graag zo willen houden. ‘Deze wetsverandering verzwakt namelijk de positie van de werknemer. De bedrijfsarts wordt bekostigd door de werkgever en dat kan ervoor zorgen dat er ook economische belangen gaan meespelen bij de beoordeling. De UWV-arts is in alle opzichten onafhankelijk en wij vinden het heel belangrijk dat dat zo blijft’, legt Frens uit. De centrale cliëntenraad vindt dat UWV hen in de voorbereidende fase van de nieuwe wet over de uitvoering door UWV meer had kunnen betrekken: ‘We hadden graag gezien dat UWV meer elementen uit deze toets over de wetswijziging aan ons had voorgelegd’.
2019 was een bewogen jaar voor de centrale cliëntenraad, waarin ook veel aandacht is geweest voor andere onderwerpen, zoals de wetsvoorstellen ‘harmonisatie Wajong’, de diverse (anonieme) signalen die via de website zijn ontvangen en verbetering van het proces voor de reiskostenvergoeding voor klanten bij een bezoek aan UWV. Ook is het onderwerp risicomanagement vaker aan de orde geweest. Tegen welke mogelijke risico’s met welke eventuele gevolgen loopt de organisatie eigenlijk aan.
Een zaak die veel UWV-cliënten heeft geraakt is de procedure rondom de op een onjuiste manier uitgevoerde arbeidsongeschiktheidskeuringen, door een landelijk werkend team in UWV Noord (OTN). Hierdoor moesten dossiers van bijna 2000 mensen opnieuw worden beoordeeld. Van een deel van deze mensen is de uitkering na herbeoordeling verlaagd of zelfs helemaal stopgezet.
'Het is de eerste keer dat we zo’n juridisch traject in gaan. Het is echt nodig en ik ben blij dat we toestemming hebben gekregen, maar trots ben ik er niet op'
De centrale cliëntenraad heeft onlangs besloten om een juridisch traject in te gaan. Frens: ‘Wij vinden dat in de afhandeling van deze zaak veel te weinig wordt gekeken naar de gedupeerden. En de centrale cliëntenraad strijdt voor het collectieve belang.’ De raad vindt dat UWV niet alle wettelijke mogelijkheden heeft benut om de procedure volgens de wet uit te voeren, maar ook de individuele cliënten te ontzien. De individuele bezwaarprocedures lopen nog volop en er worden verhoudingsgewijs veel bezwaren toegekend. ‘Het is mogelijk dat mensen nog in beroep gaan. We moeten hopen dat mensen zelf verdere stappen ondernemen’, aldus Frens.
De centrale cliëntenraad heeft aan de Raad van Bestuur duidelijk gemaakt waarom zij graag juridisch advies willen inwinnen. Frens: ‘Het is de eerste keer dat we zo’n juridisch traject in gaan. Het is echt nodig, maar trots ben ik er niet op. Als raad willen we vooral in gesprek met de Raad van Bestuur en de directie om eruit te komen.'